Commentaar bij de LP Composers' voice DAVS 7475/3

door Jos Kunst, Joep Straesser en Jan Vriend (1975)

De LP Composers' voice DAVS 7475/3 bevat de stukken: Jos Kunst & Jan Vriend: Elements of logic; Jos Kunst: No time; Jan Vriend: Huantan; Joep Straesser: Ramasasiri. Ik heb alleen de teksten waar Jos Kunst (mede) auteur van is opgenomen, te weten: de algemene inleiding (deze tekst), het commentaar bij Elements of logic (Nederlands, Engels), en het commentaar bij No time (Nederlands, Engels)

Met dank aan Joep Straesser en Jan Vriend voor hun toestemming om deze tekst op te nemen.

Play this record until it is worn out

  1. Listen
  2. Listen once again
  3. If you have to, read the score
  4. Go through the accompanying analyses
  5. Check the analyses by ear
  6. Criticize!

(Tekst op de hoes van de LP Composers' voice DAVS 7475/3)

Mensen staan in voortdurend contact met de dingen en met elkaar. Zij bedienen zich daarbij van allerlei 'talen' zoals: spreken, vrijen, bewegen, gebaren, veetelen, politiek bedrijven, schilderen, behangen, componeren, eten, conflicten scheppen, enz. Telkens wordt daarbij ingegrepen in situaties die het contact tussen iemand en de wereld, tussen iemand en zijn medemensen concretiseren. Elk gedrag is in dit licht dan ook even natuurlijk als eten en drinken. Met al deze aktiviteiten immers produceren wij onze identiteit: wij zijn wat wij doen. (Daarom is niemand a priori Jood of Hongaar).

Bij de uitoefening van een vak houdt iemand zich enerzijds bezig met de specifieke werkelijkheid van dit vak, tracht er zich in in te leven maar deze ook naar zijn hand te zetten: men probeert ermee tot akkoorden te komen. Anderzijds zoekt men daarmee andere mensen op om van hen te vernemen of dit akkoorden zijn waarmee te werken valt. Wij doen elkaar als het ware voortdurend voorstellen, eerbare en oneerbare. Daarom is ook muziek geen waardevrij verzetje voor mensen die het contact met hun eigen werkelijkheid niet wensen te riskeren. Werkelijkheden bestaan er in verschillende graden van ingewikkeldheid. Als het erom gaat een werkelijkheid begrijpelijk te maken (voor onszelf en anderen) is het zaak deze niet op grote schaal te simplificeren, omdat we daarmee onszelf en degenen die wij ermee willen confronteren bedriegen. Muziek is denken over en omgaan met een bepaald soort werkelijkheid waarin, als in alle werkelijkheden, alternatieven bestaan waaruit werd gekozen (of niet ...), situaties waarin werd beslist (of niet ...), processen waarin werd ingegrepen (of niet ...), dus analoog aan elke vorm van denken, elk omgaan met. En het is deze analogie die de componisten hun verantwoordelijkheid oplegt, verankerd als ze is in de eenheid van denken van ieder individu, met welk onderwerp hij zich ook bezighoudt. Muzikale problemen pakt hij op dezelfde manier aan als bijvoorbeeld politieke. De makers van de op deze plaat aangeboden stukken pretenderen dat zij zich met deze muziek, die gemakkelijk het predicaat 'moeilijk' opgeplakt zal krijgen, niettemin richten tot iedereen en niet tot een happy few. Dit in tegenstelling tot een opvatting dat men 'for the millions' zogenaamd begrijpelijke muziek zou moeten maken. Dat zo'n vermeende 'eenvoud' — waarvan men om begrijpelijke redenen wil doen geloven dat zij de mens siert — in de meeste gevallen ontaardt in een systematische verlamming van het denk- en voorstellingsvermogen van makers en luisteraars, schijnt daarbij niet of nauwelijks te tellen. Dat deze zogenaamde begrijpelijkheid en eenvoud in bijna alle gevallen bereikt wordt door een systematische verarming van het materiaal en de verwerking daarvan schijnt geen onoverkomelijk bezwaar te zijn.

Is deze muziek dan zo moeilijk? Is een Beethoven-symfonie soms niet zo begrijpelijk en 'natuurlijk' als de huidige consumptie ervan en handel erin ons schijnt te bewijzen? Ja en nee. Muziek is zo moeilijk of gemakkelijk als men wil. Voortplanting is voor de een een bekeken zaak, vanzelfsprekend als de zwaartekracht, voor de ander een verschijnsel met zeer veel kanten. Voor de een is een symfonie van Beethoven een lekker sfeertje om verantwoord in weg te dutten, voor de ander een belevenis die zo ingrijpt in zijn denken dat zijn leven erdoor wordt veranderd. Voor de een is een klank een toon die je na kunt fluiten, voor de ander is hij tegelijkertijd: van een klarinet, laag, hard, zonder vibrato, continu, waarvan de derde bovenharmonische overheerst, lang, met moeite voortgebracht, potentiele energie, eindig, goed lokaliseerbaar, verschillend van een hobo, een herinnering opwekkend, ver dragend, lelijk, beangstigend ... Zo iemand kan er alle kanten mee op; alnaargelang hij er een of meerdere aspekten van wil belichten of uitproberen, kan hij een muziek bedenken die daaraan tegemoet komt, die deze aspekten operationeel maakt, die een werkelijkheid schept waarin ze als bijzondere werkelijkheden gaan functioneren.

'Moeilijk' is in de meeste gevallen niets anders dan het gelijktijdig voor mogelijk houden van veel dingen in een verschijnsel, het zich rekenschap geven van de veelsoortigheid van relaties (= betekenissen) waaruit iets bestaat of kan bestaan. 'Moeilijk' is dus niet irreëel in deze zin. Daarom is het een onvergeeflijke onderschatting van het potentieel van welk individu of groep van individuen dan ook, wanneer deze reeds a priori niet in staat geacht wordt tenminste te begrijpen wat wij pretenderen te begrijpen. M.a.w. als er al sprake is van een klasse-maatschappij, dan moeten in elk geval mensen die geacht worden tot de laagste categorie van zo'n gemeenschap te behoren, op zijn minst de wapens in handen krijgen waarvan ze opzettelijk verstoken blijven, in plaats van opgescheept en zoetgehouden te worden met produkten die doen vermoeden dat ze niet verder dan tot tien kunnen tellen en slechts kunnen leven met surrogaten.

Deze zogenaamde kunst van en voor het 'volk' of 'proletariaat' duwt elke vertegenwoordiger ervan nog dieper in het moeras van de hem opgedrongen debielen-identiteit. De laagste klassen moeten zich integendeel meester maken van het beste dan hun onderdrukkers zich hebben toegeëigend en in de gelegenheid gesteld worden het misbruik dat men er daar van maakt te ontmaskeren. Dus niet: Rembrandt, Beethoven, Aristoteles, Einstein enz., maar laten waar ze zijn, dat is bij de elite, maar ze er weg halen in het besef dat ze kunnen bijdragen tot de mentale bewapening en mobilisatie van de onderdrukten door hun prestige-karakter te vervangen door een bruikbaarheids-principe.

Wetenschap, techniek, kunst: het wordt tijd dat we gaan nadenken over wat we ermee kunnen bereiken.

Daarin ligt ook het verschil tussen ons uitgangspunt en dat van de 'moeilijke' muzieken uit de jaren '50. Die hadden pretenties in technologische zin: ze stelden een zuiver technisch probleem aan de orde (bijv. de integratie van ritme in een reeksmatige toonhoogte-ordening) en losten dat al dan niet op. Maar ze lieten de muzikale werking van een totaal stuk eigenlijk aan het toeval, of in de betere gevallen aan de intuïtie van de componisten over. Nadenken over wat die intuïtie nu precies deed was er niet bij. Zo werd een bewapening ontwikkeld die voor alle mogelijke doeleinden ingezet kan worden: 'neutraal', dus zoals de technocratie zich altijd voordoet.

Het is tijd om erover na te denken wat men met die bewapening wil en kan. Ze moet dus niet het raam uit; ze moet genomen worden, gebruikt, verspreid, en daarbij voortdurend in verband gedacht met de mogelijke maatschappelijke relevanties.

ledereen moet worden bewapend en tegelijk leren bewust en doelgericht met zijn wapens om te gaan, doordat men elkaar voortdurend op de vingers kijkt en aan kritiek onderwerpt. Het is tijd voor het opzetten van een permanente leersituatie gericht op muziek als bruikbaar ding.

Daarvoor zijn nodig: openbaarmaking van produktietechnieken, aanduiding van beoogde werkingen, creëren van proefsituaties hiermee.

Deze publikatie wil er een zijn. Daarom: proza, partituur en plaat. Daarom ook: geen mannetjesmakerij meer. Dat hoort thuis in het muzikale medicijnmannenstadium waar toch eindelijk eens mee afgerekend moest worden. Niet meer de conceptie van de componist als de houder en bewaarder van zijn persoonlijk geheim, maar die van het muzikaal kunnen als spreidbaar iets. Daarom: geen foto's van de auteurs in de natuur of aan hun magische tekentafels, en geen biografieën. Wel hun adressen:

Jos Kunst
(adres verwijderd)
Joep Straesser
(adres verwijderd)
Jan Vriend
(adres verwijderd)