APPENDIX: Luc. 4:1-13

1. En Jezus, vol van de Heilige Geest, keerde weer van de Jordaan, en
werd door de Geest geleid in de woestijn;
2. En werd veertig dagen verzocht door de duivel; en at gans niet in die
dagen en toen ze geëindigd waren, zo hongerde Hem ten
laatste.
3. En de duivel zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg tot deze
steen, dat hij brood wordt.
4. En Jezus antwoordde hem, zeggende: Er is geschreven, dat de mens
bij brood alleen niet zal leven, maar bij het woord Gods.
5. En toen de duivel Hem geleid had op een hoge berg, toonde hij Hem
alle koninkrijken der wereld, in een ogenblik tijds.
6. En de duivel zeide tot Hem: Ik zal U al deze macht, en de
heerlijkheid van deze geven; want zij is mij overgegeven, en
ik geef ze, aan wie ik ook wil;
7. Indien Gij dan mij zult aanbidden, zo zal het alles het Uwe zijn.
8. En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: ga weg van Mij, satan, want
er is geschreven: Gij zult de Heere, uw God, aanbidden, en
Hem alleen dienen.
9. En hij leidde Hem naar Jeruzalem, en stelde Hem op de tinne van de
tempel, en zeide tot Hem: Indien Gij de Zoon Gods zijt, werp
Uzelf van hier nederwaarts;
10. Want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, dat
zij U bewaren zullen;
11. En dat zij U op de handen nemen zullen, opdat Gij Uw voet niet te
eniger tijd stoot aan een steen.
12. En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Er is gezegd: Gij zult de
Heere, Uw God, niet verzoeken.

13. En toen de duivel alle verzoeking voleindigd had, week hij van Hem voor een tijd.

EXPLICIT